Crowd control en mobiliteit in tijden van corona

Scelta Mobility en ToB-Seen zetten hun expertise in om Oostende te ondersteunen in corona-tijden. Wat kunnen we hier als eventsector uit leren?

Reageer op deze tv aflevering

Heb je al een account op eventplanner.be? Meld je aan
Heb je nog geen account? Schrijf je comment hieronder:

Ook beschikbaar als podcast:

Ook via podcast:

Listen on Google PodcastsListen on Apple PodcastsListen on Shopify

Transcript

Dag Bart. Dag Kris. Dank, in ieder geval, voor jullie tijd om even virtueel in te bellen in onze studio.


Dag Kevin.

Ja, goedemiddag.


Als ik het goed begrijp, zitten jullie, letterlijk, op het politiebureau in Oostende, hé?


Ja, dat is de laatste weken eigenlijk onze tweede thuis geworden. We hebben hier ons eigen kantoor en we werken bijna fulltime van hier.


Want dat is ook meteen de aanleiding van het gesprek.

Ik heb jullie gecontacteerd omdat ik in de krant een artikel las over wat jullie aan het doen zijn in de stad Oostende. Maar misschien kan één van jullie even uitleggen wat precies de opdracht was en waarom jullie daar zitten.


Ik zal Bart de uitleg laten doen, hé.

Wel, Toerisme Oostende was eigenlijk op zoek naar een partner om de stad te begeleiden en de provincie te begeleiden bij het loskoppelen van alle maatregelen.

Op het moment dat er terug meer volk naar Oostende kwam, hadden zij natuurlijk wel een aantal maatregelen nodig om te zorgen dat dat op een veilige manier gebeurde. Als er dagjesmensen kwamen. Als er opnieuw meer bezoekers naar de stad komen. Als het toerisme op gang kwam, dan was het de bezorgdheid van de stad om dat op een veilige, correcte manier te laten gebeuren. En te zorgen dat iedereen ook voldoende ruimte kreeg.

Ze zijn op zoek gegaan naar een aantal experten in mobiliteit en crowd control. En ToB-Seen en Scelta Mobility hebben daarop ingetekend.

Wij hebben een plan opgesteld om het toeristisch seizoen, eigenlijk, op een goede manier, op een veilige manier opnieuw op te starten. 


Ja, want dat was voor mij ook inderdaad de insteek van het gesprek vandaag. Eens kijken van: oké, hoe hebben jullie dat concreet aangepakt? En misschien moeten we dan afsluiten met: kunnen we daar ook iets uit leren dat, bijvoorbeeld, ook voor evenementen of voor andere festivals, enzoverder, bruikbaar zou zijn.

Hoe hebben jullie dat aangepakt? Wat doen jullie concreet?


Wel, we zijn eigenlijk begonnen met een plan. We hebben nagedacht van: wat is eigenlijk de uitdaging? De uitdaging is om zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk ruimte te geven. En de ruimte in Oostende is beperkt.

Want in Oostende heb je een aantal trekpleisters. Je hebt het strand. Je hebt de zeedijk. Je hebt het centrum. Het winkelcentrum.

En als we iedereen gewoon laten doen, dan rijdt iedereen gewoon de A10 / de E40 af. En dan komen die rechtstreeks in het centrum terecht. Er zijn een paar parkings. Die zijn eigenlijk onvoldoende.

Dan komen de mensen die met de trein komen rechtstreeks op de dijk terecht. Dan lopen die eigenlijk van het station, als het ware, rechtstreeks de visserskaai en zo het strand op. Als we die gewoon laten doen, dan wordt het één chaos. En dan komt iedereen...

Dan krijgen we bottlenecks, dan wordt het veel te druk. Dus we zijn eigenlijk gaan zoeken naar manieren om dat meer te gaan spreiden. Vooral het verkeer, in eerste instantie. En in tweede instantie ook de mensen in de stad. We hebben er verschillende maatregelen voor genomen.

We zijn eigenlijk begonnen om te kijken van: hoe gaan we proberen om mensen weg te houden van die centrumstranden? De centrumstranden, dat zijn de meest aantrekkelijke. Daar komt iedereen naartoe. We zijn gaan kijken: hoe kunnen we zorgen dat ook die andere stranden...

De stranden van Raversijde, de stranden van Mariakerke, de stranden van Oosteroever. Daar ligt heel veel strand en daar komen heel weinig mensen. Dus als we mensen ruimte willen geven, dan moeten we zorgen dat er ook mensen naar die stranden gaan.

En dat zat in het creëren van beleving. Dat zat in het zorgen voor voorzieningen. Dat zat in het zorgen voor extra zetelverhuur. Dat zat in heel verschillende maatregelen, waardoor we zorgen dat daar ook iets te beleven viel. En dat was een eerste pakket maatregelen. Zorgen voor beleving. Zorgen dat Oostende eigenlijk uitgespreid wordt over het hele oppervlak van Oostende. En niet alleen over de binnenstad.

En dan zijn we gaan kijken: hoe kunnen we daar mobiliteitsmaatregelen aan koppelen? En hoe kunnen we daar crowd control aan koppelen? Met de bedoeling om de druk op de stad zo laag mogelijk te houden. En als er dan toch druk ontstaat, om dan heel gericht te kunnen ingrijpen. Als het, bijvoorbeeld, op de zeedijk te druk is, dan kunnen we heel gericht op de zeedijk een aantal maatregelen nemen. Om de druk daar van de ketel te halen.

Maar we willen eigenlijk voorkomen dat we in een situatie komen waarin we moeten zeggen: het is te druk in Oostende, kom niet meer naar Oostende.


Ja, en je zegt ook: dan kunnen we ingrijpen op de dijk. Als het ergens fout begint te lopen. Hoe doe je dat dan concreet?


Ja, dus eigenlijk...

We hebben een beetje het systeem toegepast van: als jij naar Oostende komt, ga je in het begin gegidst worden naar de juiste parking. We passen eigenlijk hetzelfde systeem toe in de binnenstad. Dus, de mensen komen toe en dan gaan we eigenlijk...

Via verschillende routes gaan we de mensen gaan gidsen naar de plaats die het minst gesatureerd is.

Dus, hoe doen we dat? Met een aantal stewards die op de verschillende plaatsen staan. Met een aantal routes die aangelicht zijn Er is een toeristisch plan gemaakt. Waar de verschillende stranden op benoemd zijn. Waar ook de verschillende looproutes op staan. Er is signalisatie geplaatst. Er zijn LED-schermen geplaatst. Zo gaan we eigenlijk op een dynamische manier de mensen sturen, via de route die het minst gesatureerd is. Naar het strand dat eigenlijk nog de meeste mogelijkheden biedt.

Voor de rest is er een beetje met verschillende scenario's gewerkt. Dat we zeggen van: kijk, zolang het eigenlijk geen probleem is qua bevolkingsdichtheid, dat de mensen niet tekort tegen elkaar zijn, dan laten we alles gewoon de natuurlijke flow gaan. Dan gaan we de mensen informeren. Hulp bieden als zij bepaalde vragen hebben. Maar laten we eigenlijk iedereen gewoon zijn ding doen.

Eens we zien dat het drukker wordt, gaan we de mensen meer beginnen sturen, hé. Dan gaan we meer, via de kranten, via de stewards, de mensen in de juiste richting sturen en zorgen dat de verdeling over de stranden, over de zeedijk, zo optimaal mogelijk is.

Dat is eigenlijk kort samengevat.

 

Ja, nu ik kan me voorstellen: oké, ik ben inderdaad onderweg naar het strand. Dat je dan een keuze krijgt, dat dat goed is.

Maar als iedereen plots beslist van: en nu gaan we allemaal massaal shoppen. Dan heb je minder waarover je kan spreiden. Of zie ik dat verkeerd?


Ja, de winkelstraat...

Ik zou zeggen: als iedereen massaal naar de winkelstraten gaat, dan heb je natuurlijk een probleem. Dat je de mensen niet kunt spreiden over heel de stad. Daar is een beetje het systeem toegepast dat in de winkelstraten ook LED-schermen staan. Daar wordt ook de saturatiegraad aangegeven door te zeggen van: kijk, die zone is groen, die is oranje of die is rood. Daar staan ook allemaal stewards en in principe is het zo van: stel je voor dat er teveel mensen zouden gaan shoppen, dan gaan we wel de mensen gespreid moeten binnenlaten. Dan gaan we de mensen enerzijds moeten aanraden om, in plaats van op dat moment te gaan shoppen, eerst misschien even over de dijk te wandelen of hun strandwandeling te doen. En pas nadien te gaan shoppen. Dan gaan we de mensen echt wel moeten gaan sturen. En we gaan moeten vragen om een ander moment te kiezen.


En je zegt, denk ik, heel bewust: sturen en vragen.

Werkt dat ook? Luisteren mensen?


Gelukkig is er altijd een groot percentage dat daarnaar luistert. Dus je kan de mensen...

We zijn geen politiemacht. Dus dat betekent: je kan niet de mensen gaan verbieden of de mensen echt toegang gaan weigeren. Dus vandaar dat er vooral ingestoken wordt op sensibiliseren, hé.

De mensen zoveel mogelijk informatie geven en de mensen eigenlijk sensibiliseren. Van: kijk mensen, misschien is het aangeraden om dit of dat te doen.

En door het aanbieden van een aantal alternatieven en door mensen te sensibiliseren, door ze te informeren over die alternatieven, creëren we eigenlijk al een betere spreiding en nemen we eigenlijk al een deel van onze problemen weg. Proactief eigenlijk. Zonder dat mensen het gevoel hebben dat ze bepaalde dingen niet mogen of dat ze bepaalde dingen moeten doen, gaan we hen triggeren om iets anders te doen, dan ze normaal gewoon zijn.

Ze komen de stad binnen gereden en er staat een bord dat er randparkings zijn. Of strandparkings zijn, die op wandelafstand van het strand liggen. En iemand die naar het strand gaat, gaat misschien automatisch voor die strandparking kiezen. Omdat die dat linkt aan wat hij wil gaan doen. En zonder te weten, helpt hij mee aan ons spreidingsplan. Want die loopt dan niet door het centrum. Die loopt dan niet door de winkelstraat. En die kan nog altijd gaan shoppen, want al die strandparkings liggen ook op wandelafstand van het centrum van de stad Oostende, eigenlijk.


Dus het is voor een groot stuk een subtiel sturen. Zodanig dat je ook niet teveel moet ingrijpen op de beleving. Want uiteindelijk: mensen zijn daar om een fijne dag te beleven. En niet om constant met de vinger gewezen te worden, natuurlijk.


Eigenlijk proberen we mensen te verleiden om andere dingen te gaan doen. Zonder dat ze het zelf door hebben, een stuk.

We geven ze aan het station informatie over de bereikbaarheid van de stranden. We geven hen ook die informatie, dat ze langs de jachthaven kunnen lopen naar het Kursaal. In plaats van langs de Visserskaai naar de zeedijk. We zeggen hen niet dat ze niet langs de Visserskaai mogen. Maar door bepaalde stranden aan te kondigen via de jachthaven creëren we al, automatisch, een flow die meer gespreid is. En die anders verloopt dan wanneer iedereen langs de zeedijk zou lopen. Dus, we geven hen eigenlijk, op bepaalde momenten, informatie. Of op bepaalde momenten puzzelstukjes. Waarmee zij zelf hun verhaal kunnen gaan schrijven.

En iemand die naar Oostende komt en die naar het strand wil en gaan shoppen en nog iets gaan eten of drinken. Ja, of die dan eerst naar het strand gaat en dan gaat shoppen of eerst gaat shoppen en dan naar het strand gaat, maakt in veel gevallen niet uit. Als wij dan de boodschap geven van: op dit moment is het eventjes te druk in de winkelstraat. Dan gaan veel mensen al automatisch hun gedrag gaan aanpassen.

Want mensen zijn ook op zoek naar die informatie. Mensen zijn ook bereid om hun gedrag aan te passen, als ze weten waarom dat is. Als ze weten dat het op een bepaald moment te druk is in de winkelstraat, dan gaan ze al automatisch, een stuk, die drukke winkelstraat gaan vermijden. En dan bieden wij hen een alternatief aan.


Nu, jullie zeiden in het begin dat jullie zo goed als logeerden daar, ter plekke.

Hoe ziet dan zo'n dag voor jullie eruit? Dat is constant analyseren van de data en daarop acties gaan bedenken en implementeren?


Ja, ik denk: het start 's morgens al met de briefing van de teams, hé.

Omdat: er zijn vrij veel mensen die allemaal een bepaalde functie hebben in dit verhaal. Dus, 's morgens start iedereen in het Kursaal. Wordt iedereen gebrieft. En dan is het, zoals u zegt, van: hier, samen met de politie, hier alle data analyseren. Kijken wat de drukke plaatsen zijn. En constant gaan bijsturen. Als een bepaalde plaats wat te druk begint te worden, dan de mensen in een andere richting leiden. Dus eigenlijk is het gewoon constant alles in het oog houden en alles bijsturen.


Maar gaat het dan ook zover dat jullie al, bijvoorbeeld, ik noem nu maar wat: kijken op de E40, hoeveel traffic er jullie kant op komt? Treinticketverkopen. Wordt dat ook allemaal meegenomen, zo'n dingen?


Ja, die dingen, dat zijn inderdaad...

We hebben verschillende bronnen, hé.

We hebben aan de ene kant historische data. Er zijn in het verleden ook tellingen gebeurd. We weten wat de piekmomenten zijn. Wat de drukke momenten zijn. In een normale vakantieperiode. Dat zijn uiteraard interessante gegevens om ons op te gaan baseren.

Aan de andere kant hebben we heel veel input over de situatie vandaag. We weten hoeveel volk er op de treinen zit. We weten hoe druk het is op de snelweg.

We monitoren de verkeerssituatie op afstand ook al. Dus we weten wat er op ons afkomt. En we kunnen er ook op al ingrijpen. We kunnen eigenlijk al op de snelweg gaan zeggen van: ja, gebruik de strandparkings, neem een afrit vroeger, neem een afrit later. Om op die manier ook al het verkeer te gaan spreiden.

We geven ook al die boodschap op de snelweg mee, van: centrumparkings zijn volzet. Hier bieden we u een aantal alternatieven aan. Dus we gaan echt proberen om zoveel mogelijk informatie te vergaren.

Het aanmeldingssysteem, bijvoorbeeld, van de stad Oostende helpt ons daar ook bij. We weten hoeveel mensen er ongeveer zijn aangemeld. Niet iedereen meldt aan, uiteraard. Maar dat geeft wel al een indicatie van: hoe druk zal het worden op die dag?

We hebben heel veel verschillende bronnen die we permanent analyseren. Zowel historische data, als real-time informatie, die we dan samenleggen.

 

En hoe kijken jullie nu...

Want het loopt nu al x aantal weken. Hoe kijken jullie naar de resultaten? Zijn jullie tevreden van hoe het loopt?


Ik denk dat er toch al vrij positieve signalen zijn.

We merken dat, bijvoorbeeld, het verkeer veel beter gespreid wordt bij het binnenkomen van de stad. En dat de spreiding van de stranden, dat dat toch ook weer beter is.

Dus vandaar: ik denk dat dat toch wel effect heeft.

Je hebt altijd een bepaald percentage van de bevolking, die echt wel die informatie  gaat volgen en er echt wel iets gaat mee doen. En dan merken we, dat dat toch wel een verbetering is.

Bijvoorbeeld vorig weekend, het weekend van 21 juli, hebben we gemerkt dat, bijvoorbeeld, de stranden in Mariakerke, dat we daar een enorme sprong zagen in het aantal bezoekers, op die plekken. En dat bewijst toch wel dat ook het plan werkt. Dat mensen daar inderdaad meer naartoe gaan. Dat ze meer kiezen voor alternatieven in Oostende.


Ja, als jullie nu naar heel de operatie die jullie daar, in Oostende, neerzetten, kijken en je denkt na.

Want jullie hebben natuurlijk ook alle twee een achtergrond in de evenementensector ook. Zijn daar lessen te trekken die zouden kunnen hergebruikt worden voor de opstart van de evenementensector?

We zijn nog niet zover, maar...


Ja, zeker en vast, hé. Ik denk, aan de ene kant, het feit dat wij hier naast elkaar zitten en dat wij dit plan samen ook uitgewerkt hebben, is al een enorme meerwaarde, denk ik. Mobiliteit en crowd-control die hand in hand gaan. Dat betekent dat we al heel veel bottlenecks en heel veel problemen op voorhand kunnen wegnemen. Dat we, door te gaan spreiden, eigenlijk al, als we een goed plan hebben, dat dat al heel veel problemen voorkomt.

Het is ook een totaalaanpak. We zijn echt gaan nadenken over:hoe kunnen we de volledige stad bereikbaar houden en zorgen dat die rode code, die al te grote drukte, compleet vermeden wordt? En we gaan, eigenlijk van bij aankomst al, bezoekers over verschillende parkings spreiden. Via verschillende routes laten lopen. Dus, we gaan eigenlijk al mee, van in die mobiliteit, zorgen dat mensen op een gespreide manier toekomen op ons evenement of in onze stad, in dit geval.

Maar dat zijn zeker ook dingen die we kunnen meenemen naar evenementen.

Waarom zouden we werken met één parking? Misschien is het interessanter om te werken met twee parkings. Er zijn veel meer mogelijkheden om te gaan spreiden. Vanaf de aankomst al maar ook bij vertrek.

Gaan we iedereen tegelijk laten vertrekken? Of gaan we zorgen dat er wat spreiding in zit? Gaan we zorgen dat dat...

Dat gaat niet alleen een veiligere manier zijn om mensen te laten vertrekken. Dat gaat ook zorgen voor een veel vlottere verkeerssituatie.

Dus we gaan op verschillende manieren een winst kunnen boeken, daaruit. Dus ik denk dat die synergie tussen mobiliteit en crowd control, dat dat zeker één van de lessen is, die we hieruit meenemen. En, denk ik, een samenwerking die we ook in de toekomst, hopelijk, verder kunnen zetten.

 

We gaan jullie als duo vaker zien passeren, dan?

Dat is eigenlijk al zo, hé. We werken eigenlijk al op heel veel evenementen samen ook.

Ik denk ook...

Wat we geleerd hebben, is van: dikwijls wordt er gewoon over het evenement nagedacht. Maar hier is meer nagedacht van: oké, die mensen, hoe gaan die stromen zich bewegen? Waar gaan we de wachtrijen maken? Hoe gaan we die mensen wat meer spreiden? En ik denk dat je dat voor een evenement ook kunt doen.

Kijken van: oké, als de mensen binnenkomen en ze gaan bonnetjes kopen of ze gaan catering kopen, hoe kunnen we die mensen meer spreiden? Hoe kunnen we ook die mensen meer dynamisch informeren? Dikwijls is het zo dat mensen weinig informatie krijgen op een dynamische manier. Want ze zijn binnen en er is niet echt veel informatie.

En hier is dat wel. Dus die informatie wordt heel dynamisch doorgegeven aan de mensen. En we merken dat dat ook wel effect heeft. Dat de mensen daarnaar kijken en dat ze ook wel erop reageren.

En vaak, door de juiste informatie te bieden, kunnen we net ook die bottlenecks wegnemen. Een wachtrij aan de winkelstraat is niet altijd een wachtrij voor die winkelstraat. Dat is soms ook een wachtrij van mensen die gewoon door die winkelstraat willen lopen, omdat het strand erachter ligt.

Als we die informatie kunnen geven over alternatieve routes, ja, dan nemen we al een stuk van die wachtrij weg. En dan komen daar veel minder mensen bij elkaar.

Ik denk, een tweede aspect dat we zeker ook kunnen meenemen naar evenementen, is alles wat met die spreiding te maken heeft. We hebben echt geprobeerd om te zoeken naar een maximale spreiding. Zowel bij aankomst, tijdens het evenement of tijdens hun verblijf hier, als bij vertrek. We willen echt vermijden dat iedereen op hetzelfde moment aankomt. Iedereen op hetzelfde moment vertrekt. Iedereen dezelfde parking gebruikt. Iedereen dezelfde looproute gebruikt. Iedereen tegelijk op dezelfde plek terechtkomt. Dus ik denk dat dat ook bij evenementen interessant kan zijn.

Van: waar gaan we, bijvoorbeeld, een bonnenstand plaatsen? Waar gaan we de check-in organiseren? Gaan we dat op één plek organiseren? Gaan we dat op verschillende plekken organiseren? Gaan we die plekken connecteren met parkings, met openbaar vervoer? Gaan we zorgen dat mensen langs verschillende kanten het evenement kunnen bereiken? Of gaan we echt iedereen concentreren op één ingang, op één uitgang, op één moment? Ik denk dat dat heel veel verschillende manieren zijn, om die spreiding te kunnen garanderen.

En een derde aspect waar we hier heel sterk mee werken en wat we missen, vaak, bij evenementen, is data. Data zijn enorm belangrijk om op voorhand te kunnen inschatten wat piekmomenten gaan zijn. Waar mensen vandaan komen. Hoe mensen zich gaan verplaatsen. Dat zijn data die heel vaak op een heel eenvoudige manier te verzamelen zijn door een evenementenorganisator. Maar die heel vaak ontbreken op het moment dat wij toekomen bij een evenement. Of dat nu voor een veiligheidsplan is of voor een mobiliteitsplan. Als we vragen naar data, dan ontbreekt die data heel vaak. En die zijn eigenlijk heel eenvoudig...

Allez, als ik spreek over mobiliteit. Gewoon eens gaan kijken van: hoeveel fietsen staan er in de fietsenstalling? Eens gaan tellen: hoeveel auto's staan er op een parking? Eens gaan kijken: hoeveel mensen staan er aan een bushalte te wachten? Komen er uit en treinstation? Of registreren van: hoe komen mensen naar hier? Dat is goud waard als wij moeten beginnen aan een mobiliteitsplan. Maar vaak ontbreken die gegevens gewoon bij evenementen. En dat is eigenlijk wel jammer, want op die manier kunnen we heel gericht gaan werken. Kunnen we heel gericht maatregelen gaan nemen, omdat we weten wie het doelpubliek is. Omdat we weten waar ze vandaan komen.

 

Omdat we weten hoe ze zich verplaatsen. Wat de piekmomenten gaan zijn. Dan is het veel makkelijker om efficiënt te gaan werken. Om efficiënt stewards te gaan inzetten. Om efficiënt middelen te gaan inzetten.

Terwijl, als we moeten werken op onze ervaring en buikgevoel, dat is veel onzekerder.


Maar kan het ook zo ver gaan als, bijvoorbeeld, programmering? Want op de meeste festivals of zelfs congressen, wordt er typisch gestart op 1 mainstage. En dan zijn er zijpodia enzoverder, waar afgesplitst wordt.

Maar misschien moeten we geen mainstage meer hebben en moeten we meteen naar verschillende podia.

Helpen dat soort dingen ook? Of ben ik nu te ver aan het denken?


Ik vind dat het venijn vaker in de staart zit, dan aan het begin. Want de eerste artiest op een evenement, is meestal niet de headliner. Maar de headliner sluit wel af. En dan krijgen we die...

Zowel bij het verlaten van het terrein, als op alle vervoer en op de parkings enzovoort, krijgen we een gigantische massa, die tegelijk het terrein wil verlaten. Tegelijk naar de parking gaat. Tegelijk de trein wil nemen. Tegelijk de bus wil nemen. En dan kunnen we vaak niet volgen met wegcapaciteit. Kunnen we vaak niet volgen met...

Allez, dan riskeren we echt dat er bottlenecks ontstaan. Dat er gewoon heel veel mensen samenkomen. En dat zijn net momenten die we nu echt moeten vermijden.

Dus, met programmatie kunnen we er zeker iets aan doen. Door, bijvoorbeeld, niet die headliner op het einde te zetten. Maar daarna nog even uit te lopen. Of de bars langer open te houden. Of andere maatregelen te gaan nemen, zodanig dat we die mensen ook kunnen spreiden bij vertrek.

En misschien is het ook niet meer zo slim of zo aangewezen om te werken met één enkele uitgang. Met één enkele toegang. Maar kunnen we eerder kijken of we langs verschillende kanten het terrein kunnen betreden, verlaten. Dat zijn natuurlijk ook manieren om te gaan spreiden.

Als we, bijvoorbeeld, met verschillende parkings werken. Met verschillende bushaltes werken. Dan krijgen we al veel meer een uitwaaiering van het publiek. Dan echt die concentratie op één plek.


Bart, Kris, ontzettend bedankt voor jullie tijd. Om in te bellen vandaag en jullie ervaringen in Oostende te delen.


Graag gedaan.

Dank u wel.


En u, beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.

Advertenties