Grote impact nieuwe Europese wetgeving op podiumlicht

Binnenkort kan bijna al het podium- en theaterlicht de vuilbak in. En dat dankzij een nieuwe, Europese wetgeving. Vakvereniging Stepp luidt de alarmbel. Kevin praat met Chris van Goethem, over wat er aan de hand is.

Kevin Van der Straeten
Reageer op deze tv aflevering

Heb je al een account op eventplanner.be? Meld je aan
Heb je nog geen account? Schrijf je comment hieronder:

Ook beschikbaar als podcast:

Ook via podcast:

Listen on Google PodcastsListen on Apple PodcastsListen on Shopify

Transcript

Binnenkort kan bijna al het podium- en theaterlicht de vuilbak in. En dat dankzij een nieuwe, Europese wetgeving. Vakvereniging Stepp luidt de alarmbel. Ik praat met Chris van Goethem, over wat er aan de hand is.

 

Dag Chris, welkom in de studio.

 

Hallo Kevin.

 

Er is een nieuwe wetgeving op komst en dat zorgt toch voor heel wat commotie. Wat is er aan de hand?

 

Wel, het is eigenlijk een update van een bestaande wetgeving. Of, meer concreet, van twee bestaande wetgevingen. Aan de ene kant gaat het over de wetgeving op labeling. Al die labels die je kent van op ijskasten en dat soort toestanden. Aan de andere kant gaat het, eigenlijk, over de wetgeving op eco-design, waar we, eigenlijk, al het verbod op de gloeilamp hebben gekend. Die, eigenlijk, nu wordt aangescherpt. Dat is, eigenlijk, grosso modo, de twee wetgevingen die op dit moment worden geüpdatet. Dus de wetgeving is er nog niet, maar er wordt heel hard gewerkt en die zou in september 2020 in voege moeten zijn.

 

Maar dat heeft wel wat consequenties voor de entertainmentindustrie.

 

Ja, absoluut. En het belangrijkste punt is, in eerste instantie, dat we technisch een aantal dingen nog niet kunnen. U kan heel veel dingen, ondertussen, door led vervangen. Zeker in uw dagelijks gebruik thuis, is dat minder een probleem. Omdat je daar nooit één lichtbron hebt. Je hebt daar altijd een aantal lichtbronnen. Dus als die ene lichtbron iets minder nauwkeurig is, wordt dat opgevangen door die andere of door daglicht. Maar in entertainment ga je soms een acteur, of een danser, maar in één lichtbron zetten. En dan moet die ook heel exact zijn. Eén van de elementen die we zien, die nog niet haalbaar zijn, is, bijvoorbeeld, de exacte kleur. Je kan niet zeker zijn, als je drie toestellen naast elkaar zet, dat je telkens dezelfde, exacte kleur hebt. In het kleurspectrum zitten een aantal bobbels en dalen, waardoor dat eigenlijk niet zo'n mooie, lineaire kleur geeft, als je met halogeenlicht zou hebben. Het dimmen is op een aantal punten nog een probleem. Dat wordt stilaan opgelost, maar amber drift, bijvoorbeeld, een lamp die van warm naar... Van een kouder licht naar een warmer licht, eigenlijk, gaat. Als je een normale lamp dimt, dat halen we nog niet volledig. Dus je kan, bijvoorbeeld, het licht van een kaars niet namaken met een gewone led, die kleurtemperatuur is te warm.

 

Dus we zitten daar met een artistiek probleem?

 

Ja. Voor de duidelijkheid: het artistieke probleem zit, in eerste instantie, in het materiaal waar wij mee werken. Dat is licht. Het zijn niet die toestellen, maar het resultaat ervan. En wat je daar, eigenlijk, doet, door een aantal dingen die niet meer mogelijk zijn, je neemt, eigenlijk, een stuk, de mogelijkheden weg van de ontwerper en daardoor neem je ook, een stuk, zijn artistieke vrijheid weg. En we zien, bijvoorbeeld, de Opera in Stockholm. Die zijn twee jaar geleden volledig naar led overgegaan en die beginnen nu terug halogeenlicht binnen te brengen. Omdat een aantal dingen, die een ontwerper wil doen, dat die, eigenlijk, nog niet mogelijk zijn.

 

Heel even terug naar die wetgeving, hé. Het gaat er dan over, als ik het goed begrepen had, dat je vijfentachtig Lumen per Watt moet kunnen gaan genereren.

 

Ja, er zijn twee elementen. Dus aan de ene kant: vijfentachtig Lumen per Watt. Wat, op zich, voor een lichtbron wel kan werken. Maar wat, eigenlijk, voor een lichttoestel, zoals wij dat gebruiken, niet kan werken. Je kunt dat het beste vergelijken met: als je een videoprojector hebt en je projecteert een wit vlak, dan geeft die heel veel licht. Maar als je daar stukken gaat afhalen en daar een vorm van maken, dan wordt de hoeveelheid licht veel minder. En dat is precies wat wij doen. Wij willen ons licht kunnen regelen, wij willen dat kunnen afsnijden, wij willen daar vormen mee maken, wij willen dat kleur kunnen maken. En op die moment halen wij die norm niet. Omdat dat toestel gemaakt moet worden, om daar heel veel mee te kunnen doen, met die vorm. Dus dat is het eerste element. En daarnaast is er, wat men noemt, de ruststroom. Uw toestel dat thuis staat, dat mag maar een halve Watt verbruiken, als jij dat niet gebruikt. Het probleem bij ons is dat die lampen moeten aan en uit gaan, maar die moeten ook altijd klaar zijn. En een bewegende spot moet van links naar rechts bewegen, terwijl hij uit is. En dat maakt dat het, eigenlijk, onmogelijk is om een toestel te maken, op dit moment in elk geval, dat maar een halve Watt zou verbruiken, als er geen licht uitkomt. Dus dat zijn, eigenlijk, de twee belangrijkste elementen, die daar inzitten.

 

Nu, je zei daarnet al van: we zitten technisch met een aantal uitdagingen, artistiek kunnen we niet alles doen. Maar er zijn toch nog een aantal andere challenges ook, neem ik aan.

 

Ja, één van de dingen waar wij het heel moeilijk mee hebben, is de duurzaamheid. In de zin: we zijn een sector die al heel lang werkt aan duurzaamheid en die eigenlijk, zeker als je naar het theater kijkt, daar zijn spots die twintig-vijfentwintig-dertig jaar oud zijn die in perfecte staat zijn, perfect functioneren. En die zouden wij nu allemaal moeten weggooien, omdat die lampen niet meer zouden mogen gebruikt worden. Aan de andere kant, door het feit: als je reist, moet je er zeker van zijn dat je in elk huis, exact hetzelfde resultaat krijgt. Dat is op dit moment niet mogelijk, want er zijn geen standaarden. Dat zou betekenen, dat we al dat materiaal moeten gaan vervoeren. Wat qua duurzaamheid niet echt klopt. En een derde bedenking die wij hebben, is dat de toestellen, zoals ze nu gemaakt zijn, als je de volledige lifecycle bekijkt, van het produceren, tot ze gerecycleerd worden, dat wij toch ernstig onze bedenkingen hebben of die mileukost opweegt tegen de winst die je maakt aan pure energiewinst. Dan moet je nog rekening houden dat, als ik bij mij thuis zo'n lamp heb branden, of, ik zeg maar iets, in een studio, of in de gang van een theater, dat gaat om zes uur 's morgens aan, als de kuisploeg komt en dat gaat om twee uur 's nachts aan, als de nachtwaker weggaat. Als je daarin investeert, dan haal je ook heel veel terug aan rendement van minder energie. Maar een lamp in een theater brandt gemiddeld een half uur per dag. Dus dat rendement dat je daaraan kan winnen, is ook veel kleiner.

 

Ja, dat heeft wel wat consequenties natuurlijk en ik begrijp ook heel goed wat je daar zegt, hé. De wetgeving is natuurlijk bedoeld om het milieuvriendelijker te maken, maar het effect zou weleens het omgekeerde kunnen zijn.

 

Ja en het is ook zo, want het lijkt een beetje alsof wij, als sector, tegen energiezuinige dingen zijn of tegen duurzaamheid.Dat klopt absoluut niet. We moeten aan de ene kant ons werk kunnen doen. En aan de andere kant zijn wij heel hard voorstander van een natuurlijke transitie. In de zin dat we de dingen die we nu kunnen vervangen, die gaan we uiteraard vervangen. Dat zie je ook al bij nieuwe gebouwen en dat soort dingen, bij nieuwe aankopen. Verhuurbedrijven, die gaan daar heel sterk op inzetten. Maar dat je tegelijkertijd met toestellen kan blijven werken, die nog goed functioneren. En met toestellen die, op dit moment, nog niet vervangbaar zijn. En er worden ook heel veel inspanningen gedaan, door verschillende actoren in de sector. Bijvoorbeeld de transporten optimaliseren, om decors te recycleren. Dus er zijn heel veel initiatieven. En het zou een beetje jammer zijn als dat allemaal een beetje wordt tegengewerkt, door dat geheel te snel te laten verlopen.

 

Ik las in een magazine, dat er ook een probleem zou zijn, je hebt heel veel internationale showtours.

 

Dat is nog heel onduidelijk, omdat, heel technisch gesproken, voeren ze dat niet in. Want ze voeren dat maar tijdelijk in. Maar het is ook helemaal niet duidelijk, hoe dat zou moeten gebeuren. Want, puur in theorie, zouden ze dat kunnen invoeren en terug meenemen. Maar, eigenlijk, de essentie van die wetgeving is juist om een aantal loopholes te sluiten. Ik geef een voorbeeld: de gloeilamp is verboden en plotseling zie je overal, in alle mogelijke winkels, heavy duty lampen. Waarom? Omdat heavy duty een uitzondering was. En men wil dat soort dingen eruit, om inderdaad het effect van die wetgeving te hebben. Dus, op het moment dat een show binnenkomt met lampen, ja, dan is het nogal evident dat mensen zich dan gaan bevoorraden aan die show. Dus dat gaan ze willen proberen vermijden. Dus, er zitten heel veel haken en ogen aan, die zeer specifiek zijn voor onze sector. Nu, de globale wetgeving is, denk ik, een zeer goed initiatief. Alleen moet er een stukje aan aangepast worden, aan hoe wij functioneren. Omdat wij nu eenmaal een lamp niet gebruiken, zoals mensen die thuis gebruiken.

 

Ja. Moeten we nu allemaal in paniek beginnen schieten en onze lampen buitengooien?

 

Nee. Er is wel grote paniek geweest, een maand geleden. Omdat er eigenlijk iets is misgelopen met de consultatie. Dus, normaal, voordat er een Europese regelgeving komt, worden alle sectoren geconsulteerd. Om te kijken van: waar zitten de problemen? De lichtsector is geconsulteerd, maar de event- en theatersector is niet geconsulteerd. Waardoor dus inderdaad al dat soort problemen zijn ontstaan. En we hebben in Frankfurt, op Prolight + Sound, een meeting gehad met een aantal mensen.

 

Want we is dan, jullie zijn Stepp, hé? De vakvereniging.

 

Ja, dus de beroepsvereniging van de technici en de producerende medewerkers. In theaters, maar net zo goed ook mensen die in events werken en mensen die in musea werken, bijvoorbeeld. Maar dus, wij verdedigen, eigenlijk, de belangen van de technici, in eerste instantie. Dus we zijn daar in contact gekomen met heel veel andere beroepsverenigingen. Maar ook met werkgeversorganisaties, met organisaties die zalen uitbaten en dat soort dingen. En ook met de leveranciers. Want, een beetje tot onze verbazing toch wel, hadden de leveranciers exact dezelfde problemen als wij. Van: ja, we willen daar naartoe, we willen ook heel graag led-producten gaan maken, maar we zijn, op dit moment, nog niet in staat om dat te doen.

 

Omdat die technologie er gewoon nog niet is.

 

Er zijn twee dingen. Een aantal dingen zeggen ze: we gaan daartoe komen. Een aantal dingen zeggen zij van: dat is, binnen de wetten van de fysica, niet mogelijk. Door het specifieke gebruik dat wij hebben. Dus wij zijn met die mensen gaan samenzitten en we hebben daar, eigenlijk, een standpunt verdedigd of samengesteld. En met dat standpunt zijn we dan, via de Europese werkgeversorganisatie, naar de mensen van Europa, die zich met energie bezighouden, zijn we daar terechtgekomen. En dat is, eigenlijk, een heel positieve meeting geweest. In de zin: zij begrepen ook wel waar de problemen zaten. En er is nu een werkgroep, die, eigenlijk, een aantal uitzonderingen gaat proberen uitwerken. Op de manier zoals ze daarvoor waren, maar wel met het vermijden dat die nog voor huishoudelijk gebruik kunnen dienen. Dus concreet zou dat, bijvoorbeeld, betekenen dat een theaterspot met een halogeenlamp geen probleem is, maar een halogeen waar dezelfde lamp inzit, als die jij thuis gebruikt, daar is een probleem. Want anders kan elk individu ook weer terug die lampen kopen en dan verliest die wetgeving helemaal zijn doel. Een tweede initiatief dat genomen is, is dat we, eigenlijk, een parlementaire vraag hebben gesteld, in het Vlaams Parlement. Aan de minister van Cultuur. En die heeft ons toch ook bevestigd dat hij dat inderdaad gaat verdedigen. Dat die uitzondering, op zijn minst, nog een tijd loopt, terwijl we de problemen kunnen oplossen. Maar dat hij ook wil investeren in een stuk onderzoek en zo, hoe wij die transitie kunnen gaan waarmaken. Zowel in vaste huizen, in verhuurbedrijven, maar vooral ook naar de ontwerpers toe. Want uiteraard moet een ontwerper zich ook aanpassen, want hij krijgt een nieuwe medium, een nieuwe taal. En daar gaan we toch ook een stuk moeten investeren in onderzoek naar: hoe kan dan licht op een andere manier gebruikt worden? En daar heeft de minister gezegd dat hij dat mee gaat ondersteunen. Dus dat is op zich heel goed nieuws.

 

Dat is goed nieuws, ja. Oké, spannende tijden, Chris.

 

Absoluut.

 

Dank je wel voor de uitleg en je komst naar de studio.

 

Dat is graag gedaan.

 

En u, beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.

Advertenties