Waarom modereren?

Wat is de toegevoegde waarde van modereren en hoe haal je er als organisator het maximum uit? Ik praat erover met dagvoorzitter Jan-Jaap in der Maur.

Kevin Van der Straeten
Reageer op deze tv aflevering

Heb je al een account op eventplanner.be? Meld je aan
Heb je nog geen account? Schrijf je comment hieronder:

Henri Haarmans [Facilitation Academy]
Henri Haarmans [Facilitation Academy]
Expert|2018-02-06 - 11:03u

Een goed en helder interview. Ik ben het dan ook helemaal met Jan-Jaap in der Maur eens. Op een heel klein puntje na: er bestaat wel degelijk een opleiding voor dagvoorzitters. Bij de Facilitation Academy bieden we de opleiding 'Geven van interactieve workshops op congressen' aan. Samen met de opleiding 'Faciliteren van Professionals' vormen deze twee opleidingen een goede basis voor een dagvoorzitter.

Ook beschikbaar als podcast:

Ook via podcast:

Listen on Google PodcastsListen on Apple PodcastsListen on Shopify

Transcript

Wat is de toegevoegde waarde van modereren en hoe haal je er als organisator het maximum uit? Ik praat erover met dagvoorzitter Jan-Jaap in der Maur.

 

Dag Jan-Jaap, welkom in de studio.

 

Hoi Kevin.

 

Een heel eenvoudige vraag vandaag: waarom modereren?

 

Daar zijn een aantal redenen voor. Als ik ze heel kort opsom, dan is het openen, verteren, vertalen, implementeren, energie brengen en verbinden.

 

Dat is toch een uitgebreider antwoord dan ik verwacht had. Maar laten we misschien vooraan beginnen. Je had gezegd, openen…

 

Openen. Wat heel belangrijk is aan de rol van een moderator en het feit dat er gemodereerd wordt, is dat je mensen hun geest openzet voor de volgende stap in het programma. Als je een spreker bijvoorbeeld aan het spreken zet zonder enige vorm van inleiding, hebben mensen even nodig om in het verhaal te komen. Dan kun je dus als moderator ontzettend helpen met mensen vooraf al klaarstomen. Als je interactie met het hele publiek gaat doen, of je gaat een werkvorm doen, alles wat je gaat doen, moet je mensen eerst even aanzetten op wat er gaat komen. En daar zijn hele simpele middelen voor. Het stellen van één vraag aan het publiek, waar ze even voor of tegen moet stemmen. Ik laat mensen heel vaak tekenen. Laat ik ze op een papiertje iets tekenen. En dan stel ik daar een paar vragen over. Waardoor ze zich bewust worden van hun probleem. Ik laat ze soms roepen. Ik heb een keer tegen het publiek gezegd: jongens, als ik tegen jullie zeg IJsland, wat zeggen jullie dan? En dan komen er allemaal dingen uit het publiek, en dat vinden mensen, ze zijn even betrokken. En daar kwamen dingen uit die je kon gebruiken als introductie naar de volgende spreker. En zo heb je dus allerlei manieren om te zorgen dat mensen eerst even aangaan op het volgende onderwerp, voordat het onderwerp daadwerkelijk begint. Waardoor ze beter luisteren.

 

Zijn een beetje opgewarmd.

 

Ja, ze zijn opgewarmd.

 

Oké. De tweede was dacht ik verteren, hè?

 

Ja. Want wat ik net zei, dat openen, dat zie je heel veel op bijeenkomsten wel gebeuren. De ene keer beter dan de andere keer, maar het gebeurt heel vaak. Wat je heel weinig ziet gebeuren is mensen helpen om achteraf te verteren wat ze net gehoord of geleerd hebben. We geven mensen heel veel informatie, en dan sturen we ze naar huis zonder daar ter plekke er iets mee te doen. En dan beklijft het dus niet.

 

Wat moet ik verstaan onder verteren? Is dat een moderator die nog even samenvat, de belangrijkste punten langsloopt?

 

Nee, dat is stap één daarin. Maar de belangrijkste stap is dat mensen zelf actief aan de gang gaan met wat ze net gehoord hebben. Dat kan zijn dat ik aan mensen vraag: schrijf voor jezelf even op, Ik heb weleens een heel publiek met een pen op de palm van hun hand het belangrijkste leerpunt uit hun verhaal laten opschrijven. Dat doet iets met je. Dat betekent dat je een bewuste keuze maakt wat het belangrijkste leerpunt was, en dat het indruk maakt doordat je het opschrijft.

 

Ja, want dan word je er nog wel even mee geconfronteerd. Ja.

 

Ik laat vaak groepen even napraten over dingen. En dan zeg ik: jongens, deze man heeft het gehad over onderwerp X, maar nu is de vraag, hoe zet je dat in bij jullie op de werkvloer? Kunnen jullie in groepen even komen met één of twee of drie dingen die je op de werkvloer kunt doen? Of die misschien juist nog wel een probleem zijn. Dan maak je mensen actief in het: wat heb ik gehoord en hoe kan ik dat zelf toepassen.

 

Het landt.

 

Ja, klopt.

 

Na verteren hadden we vertalen.

 

Ja, klopt. En dat heeft te maken met, Collega’s van me, Mike van der Vijver en Eric de Groot, die noemen het: de buitenwereld naar binnenhalen. Wat heel vaak het geval is, je zit op een bijeenkomst en dan zit je dus in een zaal en niet in de situatie zelf. Eén voorbeeld: ik had een bijeenkomst over winkeliers die het afleggen tegen internet. Dan zit je dus in een zaal, en je bent niet in je winkel. Wat ik op een gegeven moment gedaan heb met de zaal was, een oefening met ze gedaan: jongens, probeer je even voor te stellen hoe op dit moment jouw winkel eruit ziet.

 

Iedereen in paniek de zaal uit... 

 

En dan ging ik vragen stellen: hoeveel mensen lopen er in je winkel? Jongens, allemaal: hoeveel mensen lopen er op dit moment in jouw winkel? Hoeveel geld zit er in de la? Hoeveel personeel loopt er rond? En door zo'n oefening te doen, halen mensen weer even van: oh ja, ik zit hier omdat het over mijn winkel gaat. En dat kun je ook na een spreker doen. Deze spreker heeft gezegd dat je in je winkel dat en dat zou moeten aanpassen. Pak heel even een tekeningetje, teken even snel een plattegrond van je winkel, en teken even de dingen die hij gezegd heeft die je eigenlijk zou moeten doen, waar dat zou passen. Dan ben je dus bezig met vertalen van wat hier in de zaal gebeurt naar de buitenwereld, of de buitenwereld naar binnen vertalen. Het ligt dicht tegen het verwerken aan, maar het is een hele belangrijke: maak het concreet.

 

Nu, die eerste drie punten die je opsomt, lijken mij zo logisch, maar ik zie het zo zelden gebeuren.

 

Ja, zeg jij het maar, waarom dat is.

 

Zijn we ons daar niet van bewust dat dat zo belangrijk is?

 

Ja, ik denk dat dat het is. Met name dagvoorzitterschap is een vak waar je inrolt. Daar is geen opleiding voor. Dus ik denk dat heel veel mensen, en ook opdrachtgevers, zich niet bewust zijn van hoe het zit. En ik hoop dat dat meer wordt.

 

We hadden nog drie andere. Misschien de eerste daarvan is toepassen?

 

Ja, implementeren. Dat is heel belangrijk. Weet je, als je een bijeenkomst organiseert en er verandert niks, dan wordt het dus een zinloze bijeenkomst. En ik denk dat je met moderatie heel veel kunt helpen in het toepassen. Wat ik heel vaak probeer, is om mensen, tijdens de bijeenkomst al, bezig te laten zijn met de toepassing. Dat kan in simpele dingen zitten. Ik laat mensen wel eens hun telefoon pakken en een appje sturen, naar die ene persoon die ze per se moeten spreken over wat ze vandaag hebben geleerd. Dat is dus meer dan zeggen, bel hem morgen meteen even, want dan vergeten ze het misschien.

 

Maar doe het nu.

 

Doe het nu. En dan doen ze het nu, en dan is dat bericht eruit en dan krijgen ze dus een reactie van die persoon. Dan is dat gesprek op gang. Ik laat mensen wel eens actielijsten maken. En die laat ik ze dan inleveren bij de organisatie, waardoor de organisatie een week of twee later eens een mailtje kan sturen: hé, dit was jouw actielijstje: ben je eraan begonnen? Meer ludieke vormen zijn: ik laat wel eens mensen voor elkaar een ansichtkaart schrijven. Jij zet je adres op een ansichtkaart, dan geef je die ansichtkaart aan mij, en vertel je aan mij wat je vond van vandaag en wat je graag wil onthouden. Dan schrijf ik een boodschap op die ansichtkaart voor jou en ik neem hem mee in mijn zak. En ergens, binnen de komende, laten we zeggen twee maanden, doe ik die ansichtkaart een keer op de bus. En jij krijgt dan dus zeven weken na afloop van het congres ineens een ansichtkaart: Groeten uit Lint. Met daarop jouw eigen verhaal. Waardoor je dingen weer even ververst. Zo kun je allerlei manieren bedenken om te zorgen dat de kans dat mensen er iets mee gaan doen, groter wordt.

 

Je gaf ook aan dat modereren energie geeft. Hoe zit dat?

 

Ja. In de loop van een dag zijn er een aantal inzakmomentjes. Tegen het eind van de ochtend, net na de lunch, zeker als we te zwaar hebben geluncht, en naar het eind van de dag toe. Daar kun je dus voor een deel in het programma wat aan doen. Met de juiste onderdelen op het juiste moment. Maar een moderator kan er ook ontzettend veel in doen. En dan bedoel ik iets wat verder gaat dan de inhoudsloze energizers. Want volgens mij zijn mensen die een beetje zat. Je draait je om naar je om mijn buurman, masseer even zijn nek: ja, ja, ja, daar gaan we weer. Met moderatie kun je op inhoudsniveau energie brengen. Door mensen bijvoorbeeld even een body vote te laten doen.

 

Wat is een body vote?

 

Waarbij ze staand zitten. Of iedereen die het eens is, gaat naar links, wie het niet eens is gaat naar rechts. Of een lijn van nul tot honderd. Hoeveel klantcontacten denk je dat je hebt per week. Als je denkt nul, dan moet je daar gaan staan - of je dan morgen je baan nog hebt weet ik niet helemaal zeker. Als je denkt honderd, ga je daar staan. Ga staan waar je denkt. Dan gaan mensen dus lopen, en dan zijn mensen actief. Ik laat mensen ook weleens wisselen van opstelling, puur omdat ik dan een andere groepsgroottes wil. We hebben een tijdje plenair gewerkt en dan wil ik naar groepjes van vijf bijvoorbeeld. Wat heel energiek kan werken is dat je niet op koffiepauze gaat en de organisatie de boel laat verbouwen. Maar dat je gewoon tegen de zaal zegt: jongens, we moeten even ombouwen, allemaal even je stoel oppakken, even draaien naar kringetjes van vijf. En dat vindt iedereen leuk. Dat is heerlijk. Dan zijn mensen even bezig en als ze dan daarna merken wat de toegevoegde waarde is van die kleinere groepjes, dat ze intiemer kunnen praten, dan is het ook nog een energizer die ze snappen en dus accepteren.

 

Een energizer die personeelskosten bespaart.

 

Ja.

 

Mooi bezig. De laatste was verbinden. Hoe zit het daarmee?

 

Wat je heel vaak ziet is dat mensen in de zaal zitten en luisteren. Alleen maar dit. Dat sprekers spreken. Alleen maar dat. Dat panels met elkaar praten maar niet met de zaal. En waar dus een bijeenkomst effectiever van wordt, is als mensen in de zaal het gevoel hebben dat ze elkaar kennen. En dat ze het met elkaar doen. En dan kun je dus beginnen, aan het begin van de dag al, met een oefening waarbij je bijvoorbeeld in drietallen of viertallen - wel weer op inhoud - dingen doet. Dat maakt het voor mensen veiliger. Want ze leren eerst twee mensen op drie mensen kennen. En dan worden die groepen groter. En door ze het idee te geven dat ze een groep zijn die samen iets aan doen is, zijn mensen op betrokkener bij wat er gebeurt. En dat is het grappige. Eén voorbeeld: ik had een spreker… filmvertoning, een documentaire over bijensterfte. De regisseur was daar, film gekeken, regisseur met mij op het podium, vragen uit de zaal. Op een gegeven moment kwam er een vraag en die regisseur zei: ja, weet je, ik ben regisseur, ik weet inmiddels wel iets van bijen na drie jaar filmen, maar niet alles, dit weet ik niet. Toen heb ik de simpele vraag gesteld: zitten er toevallig imkers in de zaal? Er bleken drie imkers in de zaal te zitten. Wat daar dus ineens gebeurde, was dat niet meer afstand zat tussen zaal en podium, maar dat er een soort iedereen-stelde-vragen-aan-iedereen ontstond. En daar was een soort totale verbinding tussen iedereen. En dan wordt het zoveel leuker en hoger in de energie, wat we eerder noemden. Maar dus ook in inhoud beter, want mensen hebben meer input en ze luisteren beter.

 

Oké, Jan-Jaap, dank je wel, voor al deze tips te delen.

 

Graag gedaan.

 

En u beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.

Advertenties